Een ander beeld – Een opstelling
“Ik wil niet steeds bang zijn om afgewezen te worden, niet bang zijn voor het oordeel van anderen.” Ze zucht. Waarom is het zo lastig zichzelf te accepteren zoals ze is?
Toen we begonnen met de opstelling, tekende ze eerst zichzelf in het veld, en vervolgens een klein rondje binnenin haar dat staat voor haar zelfvertrouwen. Het is er wel, maar het voelt nog heel klein.
“Wil je dat oordeel er eens bij tekenen?” vraag ik haar. Ze tekent een zwarte wolk die boven haar hangt. Ik vraag haar wat haar helpt, wat het oordeel zachter maakt. Ze tekent een zon in de wolk. “Dat is de bevestiging van anderen.”
Deze eerste elementen staan er binnen een paar minuten. Ze tekent zonder twijfel, want ze weet het allemaal prima. Maar voelt ze het ook? “Wil je eens naar je tekening kijken?” vraag ik haar. “Hoe is dat, als dat zo boven je hangt?” Ik zie hoe haar schouders zakken, en haar gezicht zachter wordt. Ze laat het beeld binnenkomen.
“Die zwarte wolk, hoort daar voor jou iets of iemand bij?” Ze haalt haar schouders op. “Ja, dat is dan mijn vader, die had wel vaak een oordeel.” Wanneer ik haar dezelfde vraag stel over het zonnetje, komen de tranen los. “Dat is ook mijn vader. Hij was een hele warme, liefdevolle en enthousiaste man.”
Het kan er dus ook allebei zijn, het oordeel en de bevestiging. “Als ik er zo naar kijk is het net of ik het beeld van mijn vader heb getekend.” Ze kijkt nog even in stilte naar wat ze getekend heeft. Dan pakt ze resoluut haar potlood er weer bij. “Dat kleine rondje klopt niet, mijn zelfvertrouwen is groter”, zegt ze terwijl ze tekent. Weer kijkt ze naar het beeld. “En eigenlijk is die wolk helemaal niet zo zwart. Het is alleen een zwarte lijn, vanbinnen is ‘ie wit. Nu ik er nog eens naar kijk is die wolk eigenlijk helemaal niet zo zwaar.”
Ze vertelt me over haar vader. Hij deed misschien niet alles goed, maar hij deed wel alles vanuit liefde voor zijn gezin. Ik vraag haar zijn liefde erbij te tekenen in de opstelling. Terwijl de tranen stromen tekent ze een groot hart over haarzelf heen. Ik zie haar gezicht zachter worden. Het oordeel, de angst, het doet er niet zoveel meer toe. Het voelen van zijn liefde brengt rust.